“Eet zo min mogelijk bewerkt voedsel.” Je hebt het vast wel eens gehoord. Op social media, in podcasts of in goedbedoelde adviezen. Maar wat bedoelen we eigenlijk met bewerkt voedsel? En is het echt zo slecht als vaak wordt beweerd?
In deze blog duiken we in de feiten. We kijken naar wat bewerkt en ultrabewerkt voedsel precies inhoudt, welke gezondheidsrisico’s ermee in verband worden gebracht, en vooral: waarom dat niet altijd betekent dat je elke bewerkte hap moet vermijden.
Wat is ultrabewerkt voedsel?
Het gaat bij ultrabewerkte producten om fabrieksmatig geproduceerde voedingsmiddelen die zo zijn samengesteld dat we er makkelijk (en vaak veel) van eten. Denk aan chips, koekjes, pizza’s, frisdrank, snoep en kant-en-klare toetjes. Ze bevatten vaak veel suiker, zout, vet en calorieën, maar juist weinig vezels, vitamines of eiwitten.
Daarnaast zijn ze ontworpen om aantrekkelijk te zijn met slimme marketing die het moeilijk maakt om ‘nee’ te zeggen. Het resultaat? Ze zijn makkelijk, lekker, en verleidelijk, maar dragen niet bij aan een voedzaam eetpatroon als ze de overhand krijgen.
“Het vaak en veel eten van deze producten past niet binnen een gezond voedingspatroon,” aldus het Voedingscentrum.
Kauwen en verzadiging: waarom “hap-slik-weg” vaak leidt tot overeten
Bij ultrabewerkt voedsel speelt niet alleen de samenstelling een rol, maar ook hoe het gegeten wordt. Veel van deze producten zijn zo ontworpen dat ze zacht en luchtig zijn, denk aan witte broodjes of cake. Omdat je nauwelijks hoeft te kauwen, registreert je lichaam minder snel dat je aan het eten bent. En hoe minder je kauwt, hoe later het verzadigingssignaal komt. Het gevolg: je eet vaak meer dan je eigenlijk nodig hebt, voordat je lichaam ‘doorheeft’ dat het genoeg is.
Maar… niet alle bewerkte voeding is “slecht”
Bewerkt voedsel heeft vaak een slechte naam, maar dat is niet altijd terecht. Er zijn genoeg voorbeelden van bewerkte producten die wél waardevolle voedingsstoffen leveren. Denk aan volkorenbrood, halvarine, eiwitshakes of eiwitrepen, stuk voor stuk bewerkt, maar toch prima passend binnen een gezond voedingspatroon.
Wat bewerkt voedsel ongezond maakt, is niet de bewerking zelf, maar de inhoud: een hoge hoeveelheid calorieën, suiker, vet en zout, gecombineerd met weinig vezels en eiwitten. Daarbij zijn deze producten vaak zó ontworpen dat je er snel te veel van eet.
De mate van bewerking zegt dus niet alles. Het draait uiteindelijk om wat erin zit, wat het voor je lichaam doet én hoe vaak je het eet. Bewerkt is niet automatisch slecht, context is alles.
Correlatie is geen causatie
Er zijn studies die laten zien dat een hoge inname van ultrabewerkte producten samenhangt met een hoger risico op obesitas, hart- en vaatziekten en zelfs bepaalde vormen van kanker. Maar – en dit is belangrijk – dat betekent nog niet dat ultrabewerkt eten deze ziektes veroorzaakt.
Als je een verband vindt in de wetenschap, wil dat niet altijd zeggen dat er een causale relatie is. Een klassiek voorbeeld: op warme dagen worden meer ijsjes verkocht en tegelijk stijgt dan ook het aantal meldingen van haaienaanvallen. Toch zegt niemand dat ijsjes haaien aantrekken. Het verband zit ‘m in het warme weer, niet in het ijsje.
Hetzelfde geldt voor voeding. Mensen die veel ultrabewerkt eten, hebben mogelijk ook andere gewoontes, minder beweging, andere sociaaleconomische omstandigheden of minder kennis over voeding, die samen zorgen voor een hoger gezondheidsrisico.
Genieten mag, maar ken je balans
Een zak chips? Een chocoladetoetje? Een pizza op vrijdagavond? Natuurlijk past dat in een gezond leven. Sterker nog: ruimte maken om te genieten is belangrijk. Maar als deze keuzes de overhand krijgen, elke dag terugkomen, en structureel zorgen voor een overschot aan calorieën, suikers en vetten, dan wordt het een probleem.
Ultrabewerkte producten zijn vaak minder verzadigend (minder vezels, minder eiwitten), waardoor je er sneller te veel van eet. Je raakt simpelweg minder vol dan wanneer je een maaltijd met groenten, eiwitten en gezonde vetten eet. Dit is geen pleidooi om nooit meer chips te eten, maar wél om bewust te zijn van je totale eetpatroon.
Conclusie: bewerkt voedsel maakt je niet per definitie ziek
Bewerkt of zelfs ultrabewerkt voedsel is niet automatisch je vijand. Zoals met veel dingen in voeding, draait het om context en balans. Een eiwitreep of sneetje brood is technisch bewerkt, maar voedzaam. Een reep chocolade of bak ijs is ook bewerkt, maar minder voedzaam en vooral verleidelijk om veel van te eten.
Wat écht telt is het totaalplaatje: eet je overwegend producten die rijk zijn aan voedingsstoffen zoals vezels, eiwitten, gezonde vetten, vitamines en mineralen? Dan is er ruimte voor minder voedzame keuzes. Want nee, van een koekje op z’n tijd word je niet ziek. Maar van élke dag vijf koekjes, zonder dat je voldoende groente, fruit, eiwitten of vezels binnenkrijgt, kan je gezondheid op termijn wel achteruitgaan.
Kortom: focus op kennis, niet op angst. Bewust kiezen is sterker dan rigide vermijden.